Vrijdag 17-07-2015 / 12:56
Maandag zijn we met de bus vanuit Havana naar Matanzas vertrokken. Toen we na 2 uur rijden aankwamen op het station werden we opgewacht door mensen die ons een casa aanboden. ‘Casa particulares’ zijn kleine huisjes bij mensen thuis die zij verhuren aan toeristen, het was ons plan om vanaf nu alleen maar in casa’s te gaan omdat we daar van vrienden heel veel goede dingen over gehoord hadden. Veel Cubaanse mensen hebben dus een aanbouw of een huisje in hun achtertuin die ze hebben omgebouwd tot casa. We gingen met de mensen mee naar hun casa en het zag er top uit dus we besloten daar te blijven. Ik kan dit iedereen aanraden om op deze manier op Cuba te verblijven want het is veel schoner, mooier en goedkoper dan de hotels waar we in verbleven in Havana en ook de mensen zijn supervriendelijk en dat kon je van het hotel personeel ook niet zeggen. Ook krijg je op deze manier nog wat mee van hoe de mensen hier leven. Erg leuk!
We wilden in Matanzas een mooi strand opzoeken maar konden het niet echt vinden en zijn toen maar het stadje ingelopen om het daar een beetje te verkennen. Je kon wel merken dat er daar niet heel veel toeristen komen want we voelden ons echt een attractie, alle mannen begonnen te roepen naar ons en iedereen vroeg ons of we uit Canada kwamen. Cuba schijnt namelijk de vakantie spot te zijn voor Canadezen.
We kwamen aan bij een kerkje waar ik graag een kijkje binnen wilde nemen maar hij leek gesloten. Ik vroeg in het Spaans aan een man op straat of het niet mogelijk was om de kerk in te gaan, hij vertelde dat we achterom moesten lopen en op de achterdeur moesten kloppen. Ondertussen trokken er donkere wolken over ons heen met onweer dat steeds dichterbij kwam. We liepen naar de achterkant van de kerk en klopten voorzichtig aan op de deur, een vrouw wees ons erop harder te kloppen want de priesters konden wel aan de andere kant van de kerk zijn. Ik bonste op de deur en het onweer knalde uit de lucht. Het leek net een horrorfilm, erg onheilspellend allemaal. Een man deed open en vertelde ons dat de kerk eigenlijk gesloten was op dit tijdstip maar dat hij voor ons wel een uitzondering wilde maken. Hij nam ons mee naar een mooie bescheiden kerk terwijl het buiten donderde en vertelde er in het Spaans hele verhalen over, superleuk! Tassie en ik spreken wel een beetje Spaans en met behulp van mijn Italiaans kom ik best een aardig eind. Na een gesprek met deze priester kwam ik erachter dat het een Italiaan was! Dus we hebben ook nog even leuk in het Italiaans gebabbeld. Hij vertelde dat het geloof en de religie heel moeilijk is op Cuba omdat het zo verschrikkelijk arm is. Hij vertelde dat toeristen vaak denken dat Cuba het paradijs is omdat ze het maar even meemaken maar de mensen hebben het echt slecht hier. Gemiddeld schijnt een Cubaan ongeveer $20,00 per maand te verdienen. Hij zei: “Wat jullie in een uur verdienen, verdienen ze hier in een maand”. Wat een lieve, aardige man. Omdat het buiten zo onweerde en wij in het huis van God mochten schuilen hebben we als bedankje nog een donatie voor de kerk achtergelaten.
De volgende dag brachten de mensen van de casa ons tegen een vergoeding naar Varadero in een prachtige oude Chevrolet uit ’49. Varadero is wat populairder onder toeristen en heeft prachtige stranden. De mensen van onze casa hadden daar weer een nieuwe casa voor ons geregeld, ook weer spik en span. In Varadero hadden we een heerlijke stranddag op zo’n bounty strand die je ziet in reisgidsen, wit zand, helderblauw water en her en der wat palmbomen. Genieten. ‘S avonds uitgeweest naar een bar waar live een Cubaanse band speelden en daar kwamen we onze vrienden uit Uruguay weer tegen, hoe toevallig!
We wilden de dag erna eigenlijk met de bus naar Trinidad gaan maar de bus zat vol en gaat maar 1 keer per dag en dus moesten we nog een dagje in Varadero blijven die we ook weer op het strand gespendeerd hebben en ’s avonds in de club. Na een nachtje te hebben doorgehaald zijn we dus een dagje later naar Trinidad gegaan. Het loopt allemaal niet helemaal volgens de planning die we van tevoren gemaakt hadden maar we zijn volop aan het genieten en daar gaat het om.
Geld is hier wel een drama, ik had dit van tevoren al gehoord dus ik had al flink wat cash meegenomen maar dit was niet genoeg. Thuis had ik ook nog een creditcard besteld maar die kwam niet op tijd binnen. Je kan hier echt NERGENS geld opnemen, ook Karina lukte het niet. Gelukkig heeft Tassie een VISA kaart en die was dus de enige die geld kon krijgen waarvan wij met z’n 3en moeten leven. Het komt natuurlijk uiteindelijk wel weer goed maar toch vervelend als je eerst 16 banken af moet lopen voor het 1 van ons eindelijk eens lukt ergens wat geld vandaan te halen.
We zijn gisteren gisteren aangekomen in Trinidad en het is echt leuk en mooi hier. Ik snap nu waarom mensen zeggen dat als je naar Cuba gaat, je zeker naar Trinidad moet zijn geweest. Prachtige Cubaanse straatjes met overal op de achtergrond die heerlijke muziek. Eenmaal aangekomen werden we door een fietstaxi naar een casa gebracht van de familie van de taxi man. Een superschattig oud stelletje en de casa is ook weer top! Onze gastheer Roberto is een geweldig leuke man en heel gastvrij, we hebben ontbeten aan zijn keukentafel en zijn vanavond uitgenodigd om bij ze te dineren want hij wil een hele grote vis voor ons klaarmaken met salade, groentes en alles erop en eraan. Het ontbijt hier bestaat uit een omelet, wat brood met boter en vooral heel veel fruit; mango, papaya, banaan, ananas etc. Dus aan vitamines geen tekort! Gisteravond voelde Karina zich niet zo lekker en dus zijn Tassie en ik de boel gaan verkennen, we zitten om de hoek van het grote plein, mooi centraal, dus dat was geen probleem. We kwamen op het plein ook nog onze vrienden uit Ierland tegen die we in Havana ontmoet hadden! We eindigden de avond in een discotheek in een grot, heel tof!
Trinidad zit echt vol met Nederlanders en over het algemeen kom je al veel Nederlanders tegen hier op Cuba. Karina en Tassie snappen daar niks van; “Nederland is zo’n klein land en jullie zijn maar met 16 miljoen hoe kunnen jullie dan overal zijn? Hoe kan het dat je overal op de wereld altijd Nederlanders tegenkomt?” Daar hebben ze natuurlijk wel een punt en ik kon daar ook niet echt een antwoord op geven. Ik wijd het maar aan de avontuurlijke en reislustige aard van de Nederlander. Oh ja, en waarom we eigenlijk überhaupt een eigen taal hebben met maar 16 miljoen mensen vonden ze ook vrij nutteloos haha!
Morgen gaan we weer terug naar Havana voor ons laatste nachtje en dan vliegen we zondag naar Jamaica!
Hasta luego!
Desiree.